Het kadastraal inkomen (KI) is geen reëel inkomen, maar een hypothetisch huurinkomen dat aan elk onroerend goed, zoals gebouwen en grond, wordt toegewezen, zelfs als het niet verhuurd wordt.

Het KI biedt een indicatie van de waarde van een onroerend goed en wordt onder andere gebruikt voor de berekening van de onroerende voorheffing.

Het kadastraal inkomen komt overeen met het netto-huurinkomen dat je in 1975 zou hebben ontvangen als je het onroerend goed toen had verhuurd. Om de waarde van het onroerend goed actueel te houden, wordt het kadastraal inkomen jaarlijks geïndexeerd.

De bepaling van het kadastraal inkomen voor onroerende goederen in België wordt uitgevoerd door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (Kadaster) van de Federale Overheidsdienst Financiën.

In België moet de eigenaar (of bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker) van een onroerend goed jaarlijks onroerende voorheffing betalen, ook wel ‘grondbelasting’ genoemd. Deze gewestelijke belasting wordt berekend als een percentage van het geïndexeerd kadastraal inkomen. Als het eigendom tijdens het jaar verandert, blijft de onroerende voorheffing voor dat jaar verschuldigd door de persoon die op 1 januari van dat jaar eigenaar was. Overeenkomsten tussen partijen over wie de belasting moet betalen bij de verkoop van een onroerend goed worden niet erkend door de fiscale administratie, die hier niet bij betrokken is.

Bij een gehuurde woning is de verhuurder of eigenaar verantwoordelijk voor de onroerende voorheffing. De Woninghuurwet van 20 februari 1991 bepaalt duidelijk dat deze belasting niet op de huurder kan worden verhaald. Dit geldt echter alleen voor woninghuur. Voor andere huurcontracten, zoals de huur van een garage of een tweede verblijf, of voor handelshuurovereenkomsten, kan worden overeengekomen dat de huurder de onroerende voorheffing betaalt.

De Gewesten zijn bevoegd voor de aanslagvoeten en vrijstellingen van de onroerende voorheffing.

Meeneembaarheid betekent dat u het verkooprecht (registratiebelasting) dat u op een vorige woning betaald hebt, (voor een deel) kunt aftrekken van het verkooprecht dat u op een volgende woning moet betalen.

De meeneembaarheid doofde geleidelijk uit, om volledig afgeschaft te zijn vanaf 1 januari 2024.

Bij de overdracht van eigendom of vruchtgebruik van een onroerend goed in het Vlaams Gewest, moet een registratiebelasting van 12% betaald worden over de afgesproken prijs, verhoogd met de lasten, zonder dat de belastbare grondslag lager mag liggen dan de verkoopwaarde van het betrokken onroerend goed. De registratie van de overeenkomst is een noodzakelijke formaliteit die leidt tot belastingheffing.

Tot 31 december 2014 werd de registratiebelasting geïnd door de Federale Overheid. Sinds 1 januari 2015 wordt deze belasting door de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) geïnd, onder de verzamelnaam “registratiebelastingen”.

Om fiscaal in orde te zijn, moet een onderhandse akte (het compromis) binnen 4 maanden na ondertekening geregistreerd worden. Bij een notariële akte moet deze registratie binnen 15 dagen plaatsvinden.

In bepaalde gevallen kan de koper profiteren van gunstmaatregelen, zoals:

  • Meeneembaarheid (aflopend op 31 december 2023): Maximaal €14.500
  • Aankoop van enige woning: 3% registratiebelasting
  • Enige woning tot €220.000: Vermindering van de registratiebelasting met €2.800
  • Enige woning in kernsteden of Vlaamse rand rond Brussel tot €240.000: Vermindering van de registratiebelasting met €2.800
  • Enige woning die grondig gerenoveerd zal worden: 1% registratiebelasting
  • Enige woning erkend als beschermd monument: 1% registratiebelasting
  • Woning verhuurd aan een sociaal verhuurkantoor: 7% registratiebelasting
  • Woning van Vlaamse Maatschappij voor de Huisvesting, Vlaamse Landmaatschappij, erkende maatschappijen, openbare besturen (intercommunales) of openbare instellingen, met staatspremie: 1,5% registratiebelasting
  • Verdeelrecht (verdelingen, afstand onder bezwarende titel onder mede-eigenaars): 2,5% of 1% registratiebelasting
  • Omzetting van vruchtgebruik naar eigendom door de langstlevende: 2,5% registratiebelasting
  • Verkoop aan vastgoedhandelaars (personen die onroerende goederen aankopen voor wederverkoop): 4% registratiebelasting

4o mini

Om je huis te verkopen heb je enkele verplichte documenten en attesten nodig. Een aantal van deze documenten heb je reeds in je bezit, de andere documenten kunnen aangevraagd worden via de makelaar of de notaris. Hieronder vind je een overzicht van de verplichte documenten bij de verkoop van een woning:

  • Keuringsverslag van de Elektrische Installatie (EK)
  • Energieprestatiecertificaat (EPC)
  • Postinterventiedossier
  • De eigendomstitel
  • Bodemattest
  • Asbestattest (Asbestinventarisattest)
  • Stedenbouwkundig uittreksel en inlichtingen
  • Kadastraal uittreksel en kadastraal plan
  • Informatie over de overstromingsgevoeligheid (watertoets)
  • Certificaat voor de stookolietank (optioneel)
  • Inlichtingen van de syndicus (optioneel – bij verkoop appartement/garagebox dat deel uitmaakt van een residentie)

Strikt juridisch gezien is de verkoop definitief zodra koper en verkoper overeenstemming hebben bereikt over de prijs en het te verkopen goed. Er zijn geen specifieke vormvereisten voor de overeenkomst. Het is echter raadzaam om deze afspraken vast te leggen in een onderhandse verkoopovereenkomst, die voorafgaat aan de notariële akte. Ondanks de naam ‘voorlopige verkoopovereenkomst’ of ‘verkoopcompromis’, is deze overeenkomst definitief.

Wat is een voorlopige verkoopovereenkomst?

De term ‘voorlopige verkoopovereenkomst’ kan misleidend zijn omdat het de indruk wekt dat koper en verkoper nog van gedachten kunnen veranderen. In werkelijkheid komt een verkoop tot stand zodra er een akkoord is over de prijs en het verkochte goed. Deze overeenkomst is definitief en de notaris die later de authentieke akte opstelt, is gebonden aan de bepalingen ervan. Daarom is het essentieel om in de verkoopovereenkomst zo duidelijk en volledig mogelijk afspraken te maken om misverstanden te voorkomen. Het opstellen van deze overeenkomst is complex en er zijn verschillende aspecten om te overwegen:

  • Is de verkoper de enige eigenaar? Bijvoorbeeld, na het overlijden van een mede-eigenaar kan het eigendom in onverdeeldheid zijn verdeeld onder familieleden. In dat geval moeten alle mede-eigenaars de overeenkomst ondertekenen. Zijn alle betrokken partijen akkoord?
  • Zijn de verkopers bevoegd om te verkopen? Zijn zij meerderjarig en financieel bekwaam?
  • Zijn de verkopers vrij van onbekwaamheid of faillissement?
  • Is het verkochte goed duidelijk omschreven? Zijn de oppervlakte en kadastrale gegevens gecontroleerd?
  • Is het goed vrij van hypothecaire leningen en andere schulden? Is er geen beslag gelegd?
  • Zijn er geen lasten zoals vruchtgebruik of bewoningsrechten op het goed? Is er bijvoorbeeld geen voorkeursrecht aan een huurder verleend?
  • Is het goed niet geklasseerd als monument of beschermd stads- of dorpsgezicht?
  • Heeft de verkoper geen openstaande belastingschulden (directe belastingen, btw) of sociale zekerheidsbijdragen?
  • Is het goed niet onderworpen aan voorkooprechten of betrokken bij een ruilverkaveling?
  • Zijn er geen bekende stedenbouwkundige overtredingen?
  • Wat is de stedenbouwkundige bestemming van het goed?
  • Is het betaalde voorschot gepast gezien de omstandigheden?
  • Zijn er duidelijke afspraken over het tijdstip van betaling van het saldo en de overdracht van de beschikking over het goed?
  • Is de koper volledig op de hoogte van de huurvoorwaarden van het goed?
  • Als er nog belastingverplichtingen zijn met betrekking tot straat- en wegenwerken, wie betaalt deze dan?
  • Kan de verkoop plaatsvinden onder het btw-stelsel?
  • Wat is de bodemtoestand in het kader van milieuwetgeving?
  • Zijn er erfdienstbaarheden van toepassing?

In Vlaanderen is het verplicht om een bodemattest te verkrijgen voordat grond kan worden overgedragen. De koper hoeft hierbij geen actie te ondernemen; het is de verantwoordelijkheid van de verkoper om dit attest bij OVAM aan te vragen.

Het bodemattest biedt een overzicht van alle beschikbare informatie over de grond, zoals opgenomen in het Grondeninformatieregister, en bevat ook gegevens uit gemeentelijke inventarissen. Optioneel kan in paragraaf 2.4 informatie over “asbestgerelateerde bodeminformatie” worden opgenomen. Als de eigenaar of exploitant vindt dat een kadastraal perceel onterecht als risicogrond is aangemerkt, kan dit worden gecorrigeerd door een gemotiveerde verklaring ‘geen risicogrond’ in te dienen bij de gemeente of, in complexere gevallen, door het indienen van een gemotiveerd bezwaar.

Het recht van wederinkoop is een clausule in een verkoopovereenkomst die de verkoper het voorrecht verleent om binnen een bepaalde periode het verkochte goed terug te kopen tegen restitutie van de oorspronkelijke koopprijs en vergoeding van bijkomende kosten. Indien de verkoper dit recht uitoefent, wordt de verkoop automatisch en met terugwerkende kracht ontbonden. Dit houdt in dat de koper nooit als eigenaar wordt beschouwd. Dit betreft dus een verkoop onder ontbindende voorwaarde. Het beding van wederinkoop moet expliciet in de verkoopovereenkomst worden opgenomen.

Als de verkoper zijn recht van wederinkoop uitoefent, dient hij de koper de volgende bedragen terug te betalen: de oorspronkelijke koopprijs (zonder rekening te houden met eventuele waardeveranderingen), de wettelijk gemaakte kosten (zoals registratierechten, btw, notariskosten), de kosten voor noodzakelijke herstellingen (bijvoorbeeld dringende dakreparaties) en de nuttige herstellingen naar hun meerwaarde (ongeacht de kosten die de koper ervoor heeft betaald). Onderhouds- en verfraaiingswerken, evenals rente, blijven voor rekening van de koper.

Het recht van wederinkoop kan maximaal voor een periode van vijf jaar worden overeengekomen. Indien een langere periode wordt afgesproken, wordt deze automatisch beperkt tot vijf jaar. In het geval van de aankoop van een sociale koopwoning kan het recht van wederinkoop echter volgens de Vlaamse Codex Wonen tot twintig jaar worden uitgeoefend.

Afvalstoffendecreet legt de verplichting op aan de eigenaar (volle of blote eigenaar, erfpachthouder of opstalhouder) om aan de kandidaat-verwerver bij het sluiten van een onderhandse akte of overeenkomst met betrekking tot een overdracht van een toegankelijke constructie met risicobouwjaar, zijnde constructies van vóór 2001, een asbestinventarisattest mee te delen. De onderhandse akte of de overeenkomst die de modaliteiten van de overdracht van een toegankelijke constructie met risicobouwjaar vastlegt, ook de wederzijdse koop- en verkoopbelofte, moet vermelden of de inhoud van het geldige asbestinventarisattest voorafgaandelijk is meegedeeld aan de verwerver. De overeenkomst moet ook de datum, de samenvattende conclusie en de unieke code van het attest bevatten.

Een asbestinventaris van een gebouw of werkzone is een document dat wordt opgesteld na een plaatselijke inspectie. Het geeft een overzicht van alle onderzochte bouwdelen en materialen met betrekking tot de aanwezigheid van asbest. De inventaris is bedoeld om vast te stellen waar in een gebouw asbest aanwezig is. Voor materialen die als asbesthoudend zijn geïdentificeerd, bevat de inventaris aanbevelingen voor veilig beheer of verwijdering. Er zijn twee soorten asbestinventarissen:

  1. De inventaris met een beheerprogramma: deze geeft een beschrijving van het aanwezige asbest tijdens normaal gebruik van een gebouw en de beschermingsmiddelen die op de werkplek worden ingezet;
  2. De inventaris voorafgaand aan werkzaamheden die blootstelling aan asbest kunnen veroorzaken, zoals onderhoud, renovatie, sloop, of glasbezettingswerken. Hierbij wordt nagegaan hoe asbesthoudende materialen selectief en onbeschadigd kunnen worden verwijderd.

De aankoop van onroerend goed verloopt meestal in twee fasen. Eerst wordt een onderhandse koopovereenkomst ondertekend, waarin alle afspraken over de koop staan, en vaak wordt een voorschot betaald. Na een periode, waarin de notaris de nodige voorbereidingen en onderzoeken uitvoert en de koper de benodigde middelen regelt, wordt de notariële koopakte opgesteld. Soms wordt in plaats van een onderhandse koopovereenkomst eerst een verbintenis tot verkoop of aankoop ondertekend. Dit betreft eenzijdige contracten waarbij de eigenaar zich verplicht een bepaald goed te verkopen (verkoopbelofte) of de kandidaat-koper zich verplicht het goed te kopen (aankoopbelofte of bod). Deze verbintenissen kunnen ook wederkerig zijn, waarbij beide partijen beloven om respectievelijk te verkopen en te kopen (wederkerige aankoop- en verkoopbelofte). Dit gebeurt vaak wanneer de koopovereenkomst nog niet is afgesloten omdat niet alle benodigde documenten beschikbaar zijn. In dat geval kan de optie voor de verkoop pas worden ingeroepen nadat de koper alle verplichte informatie en documenten heeft ontvangen. Omdat optierechten overdraagbaar zijn, kan de wederkerige belofte ook worden gebruikt als de identiteit van de koper nog niet definitief is. De koop wordt officieel bevestigd door de aanvaarding door de wederpartij of door het lichten van de optie. Bij een wederkerige belofte vindt de koop pas plaats bij het opstellen van de notariële akte, wat de registratietermijn van vier maanden kan verlengen. Als geen van de partijen de belofte binnen de optietermijn uitoefent, vervalt de optieovereenkomst en kan het onroerend goed weer vrij verkocht worden.

Gratis schatting